Linet Mboya is een bewonderenswaardige vrouw. Ze moest geheel machteloos mee aanzien dat haar kleine huis door bulldozers verwoest werd om plaats te maken voor een straat. Van het ene op het andere moment verloor ze heel haar hebben en houden. Maar ze gaf niet op. Ze heeft een nieuw huis gebouwd in Kibera en is daar trots op. Ze laat het inzegenen door pastoor Firmin Koffi.
In haar kleine huis wonen negen kinderen, twee jongens en een meisje van haar zelf en zes pleegkinderen. Abubakar was het eerste straatkind dat zij in haar huis opnam. Linet: “Op een dag werd ik op straat gevolgd door een jongen. Misschien een dief, dacht ik, en hield mijn tas dicht tegen me aan. Ik vroeg waarom hij me volgde. Hij vroeg om geld om zeep te kopen om zich te kunnen wassen. Ik gaf hem geld, maar hij bleef me achterna lopen.”
Abubakar hield vol want hij kon nergens anders heen. Linet gaf uiteindelijk toe en meldde hem aan bij een school waar hij een goede leerling bleek. Sindsdien neemt Linet steeds straatkinderen op in haar gezin.
Linet leeft van losse baantjes: poetsvrouw, wasvrouw, receptioniste. Het is niet gemakkelijk om elke dag eten voor al haar kinderen op tafel te zetten. Maar zegt ze: “Ik vraag me altijd af wat er van de kinderen terecht zou komen, als ik hen met het weinige dat ik heb, niet zou helpen.”