De geschiedenis van de kerk van Guinee is jong. De meeste christenen wonen in N’Zérékoré in het zuiden van het land. De eerste bisschop was een Zwitser, bisschop Maillat, in 1959. Deze bisschop investeerde vanaf het begin veel in de opleiding van catechisten. Dat bleek van grote betekenis.
Kerk van leken
In 1967 werden alle buitenlandse missionarissen het land uitgezet. De meeste kerkelijke bezittingen werden onder de dictatuur van Sékou Touré genationaliseerd. In de bisdommen en parochies waren geen leidende figuren meer. Toch kon de kleine katholieke gemeenschap overleven en zelfs sterker worden. Men nam zijn lot zelf in handen. En dat kon dankzij de vooruitziende blik van bisschop Maillat die als een van zijn eerste activiteiten een catechistenopleiding oprichtte. Op deze catechistenschool worden sinds de oprichting echtparen opgeleid voor het pastoraat in de dorpen; mannen en vrouwen volgen samen de opleiding maar met verschillende accenten. Tijdens de opleiding, waarbij men vaak eerst goed moet leren lezen, schrijven en de Franse taal leren, kan het evangelie diep geworteld raken. Aan het eind van de opleiding staan persoonlijkheden die stevig geworteld zijn in het geloof en die bereid zijn een leidende functie op zich te nemen. Ze krijgen van de kerk niet alleen de opdracht, maar ook het vertrouwen dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor de kleine basisgemeenschappen, om ze bij elkaar te roepen en in leven te houden.
Kleine Christelijke Gemeenschappen
Deze catechistenparen waren in staat de gemeenschappen door de crisis van de dictatuur te leiden. Ze verzamelden de families en gemeenschappen regelmatig rond het woord van God, verkondigden het evangelie, leidden het gebed en bekommerden zich om de mensen. De catechisten zijn ook tegenwoordig nog de dragende mensen van de kerk in Guinee.
Veel parochies zijn verdeeld in zogeheten Kleine Christelijke Gemeenschappen (Basic Christian Communities, BCC) die elk een voorzitter en een vicevoorzitter hebben. De BCC’s hebben diverse taken in de parochie: organisatie, ledenbijdrage voor het onderhoud van de kerk, schoonmaken van de kerk, rozenkransgebed, voorbereiding op de volwassenendoop, huwelijksvoorbereiding.
In de laatste decennia is de situatie voor de kerk veel verbeterd. Vicaris-generaal van bisdom N’Zérékoré, Jean-Marie Guemou: “Toen ik hier twintig jaar geleden aankwam, hadden we in de stad één parochie, nu zijn het er vier en zijn de kerken vol.” De kerk richt zich onder meer op onderwijs, heeft een nationale en diocesane caritas opgebouwd en is actief in de gezondheidszorg.