Overlevering
Volgens de Bijbel (1 Koningen 10,1-13 en 2 Kronieken 9,1-12) en de Ethiopische overlevering bezoekt de koningin van Sheba koning Salomo in Jeruzalem en brengt hun zoon Menelik mee naar Ethiopië als ook de Ark van het Verbond. Dat zou in de 10e eeuw voor Christus hebben plaatsgevonden.
Volgens de overlevering sticht Menelik de Salomonidische dynastie, die duurde tot de afzetting van de laatste keizer Haile Selassie in 1974. Hij was de 225ste keizer. De Ark van het Verbond bevindt zich onder strenge bewaking in een kerk in Axum, de vroegere hoofdstad. In Ethiopisch-orthodoxe kerken en in veel katholieke kerken bevindt zich een kopie. Het symbool van de Leeuw van Juda dat veel voorkomt, verwijst naar het bezoek van de koningin van Sheba, net als veel Joodse elementen in de Ethiopisch christelijke traditie.
Eeuwen later, rond 33 na Christus wordt volgens de Bijbel (Handelingen 8,26-40) de kamerling (eunuch) van koningin Kandake als eerste niet-Jood door Filippus gedoopt.
Foto: H. Schwarzbach
Rond 316 worden de scheepsjongens Frumentius en zijn broer Aedesius, beiden uit Libanon, bij de terugkeer van hun schip uit Zuid-India in Ethiopië als slaaf vastgezet. Ze winnen het vertrouwen van de koning en groeien op aan het hof. Ze leren de troonopvolger het christelijke geloof. Als ze later terugkeren naar Tyrus in Libanon, verzoekt Frumentius de bisschop van Alexandrië, Athanasius de Grote, om een bisschop voor Ethiopië. Hij wordt dan zelf gewijd en als bisschop met de titel Abba Salama (vader van de vrede) naar Axum gestuurd.
Rond 480 komen de “negen heiligen”, monniken uit Klein-Azië en het Nabije Oosten naar Ethiopië om te missioneren. Zij brengen ook het monnikendom naar Ethiopië.
Van de 10e tot en met de 13e eeuw is Lalibela de hoofdstad van Ethiopië. De beroemde rotskerken worden gebouwd.
In de periode 1528-1543 wordt het christelijke Ethiopië bedreigd door de jihad van Ahmad ibn Ibrahim al-Ghazi, die bijna heel Ethiopië onderwerpt. Uiteindelijk komen Portugese soldaten de christenen te hulp en wordt Ahmad verslagen.
De Portugezen verbreken de traditionele band van de Ethiopische kerk met de Koptische kerk en proberen de Ethiopische kerk aan te sluiten bij Rome en te ontdoen van niet-roomse rituelen. De jezuïeten steunen dit met kracht.
In 1638 worden katholieke missionarissen terechtgesteld in de hoofdstad Gondar, nadat de meeste katholieke missionarissen het land uitgezet werden.
In 1839 draagt de paus de leiding van de nieuw opgerichte apostolische prefectuur Abessinië over aan de Lazarist Justinus de Jacobis. Deze neemt de Ethiopische rituelen over voor de katholieke kerk en legt daarmee de basis voor de katholieke Ethiopische kerk.
In 1852 bereikt de Kapucijner pater Guglielmo Massaja als bisschop voor het apostolische vicariaat Galla de Oromo regio en richt daar de katholieke kerk op die de Latijnse ritus volgt. Sindsdien zijn er dus twee ritussen binnen de katholieke kerk in Ethiopië: de Oriëntaalse en de Latijnse ritus.
In de 20e eeuw verliest de orthodoxe Tewahedo kerk, de grootste kerk van Ethiopië, veel leden aan de evangelicale en pinksterkerken. Ook de katholieke kerk heeft van deze ontwikkeling te lijden.