Aantal katholieken: 1,15 miljoen
Bisdommen: 7, waaronder twee aartsbisdommen, Lahore (aartsbisschop Sebastian Francis Shaw o.f.m.) en Karachi (aartsbisschop Joseph Coutts)
Parochies: 127
Priesters: 277 (van wie 115 priesters van een religieuze orde)
Religieuze zusters en broeders: 1.126
Catechisten: 775
De katholieke Kerk van Pakistan is op diverse terreinen werkzaam. Bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs en opvoeding en de gezondheidszorg. De christelijke scholen, instituten en ziekenhuizen staan in hoog aanzien. Ook de plaatselijke overheden waarderen het werk van de katholieke Kerk. Zij werkt immers ten dienste van alle mensen, ongeacht hun geloof. De kerk ondersteunt verder projecten voor de landbouw en verleent hulp bij rampen en natuurcatastrofen als aardbevingen en overstromingen.
Zeker twee derde van de Pakistaanse christenen kan niet lezen of schrijven. Hoewel er verschil is tussen christenen op het platteland en in de stad, leven de christenen over het algemeen nog steeds onder erbarmelijke omstandigheden. Zij hebben geen stem, geen rechten en geen macht.
Foto: H. Schwarzbach
Volgens de overlevering was het de apostel Thomas die het christendom in India en Pakistan bracht. Later reisden er missionarissen mee naar het Indiase subcontinent in het kielzog van koloniale machten. De eerste katholieke kerk werd in 1597 in Lahore gebouwd.
Maar pas aan het eind van de 18e en in de 19e eeuw gingen meer mensen over tot het christelijk geloof. De overheersing van de Britten bracht het christendom mee. Europese en vermogende inheemse christenen stichtten colleges, kerken, ziekenhuizen en scholen in steden als Karachi, Lahore, Rawalpindi en Peshawar.
Dat alles veranderde drastisch na de onafhankelijkheid van Pakistan in 1947. Christenen in Punjab en Sindh hadden de leider van de Muslim League, Muhammad Ali Jinnah, actief gesteund. Jinnah beloofde immers steeds opnieuw volledige rechtsgelijkheid aan alle burgers van Pakistaan. Maar zijn opvolgers hielden zich niet aan deze belofte.
In 1956 werd Pakistan een islamitische republiek en werd de islam de bron van de wetgeving en de hoeksteen van de nationale identiteit. Toch stelden de regeringen zich tot het midden van de jaren ‘70 in politiek en wetgeving voornamelijk seculier op. In 1971 werd Oost-Pakistan onafhankelijk onder de naam Bangladesh. Een groot deel van de Pakistaanse hindoes en christenen werd afgesneden van Pakistan. Pakistan werd een cultureel monolithisch, in toenemende mate islamitisch land, met steeds kleinere religieuze minderheden.
Door de regeringen van achtereenvolgens Zulfikar Ali Bhutto en Zia ul-Haq werden enkele strenge islamitische wetten ingesteld. Zeer omstreden waren de blasfemiewetten. Zia ul-Haq voerde bovendien de sharia, de islamitische wet, in als basisprincipe voor de wetgeving.
Discriminatie is verankerd in de wet. Christenen worden net als andere niet-moslim minderheden in de grondwet van Pakistan gediscrimineerd. Niet-moslims mogen geen president of premier worden. Bovendien zijn zij uitgesloten van een functie als rechter bij het sharia-gerechtshof, dat de macht heeft, elke wet die men als onislamitisch ziet te vernietigen.
Op godslastering en beledigende opmerkingen over de profeet Mohammed staan geld- en gevangenisstraffen en in het ergste geval de doodstraf. De christelijke Asia Bibi zit al vele jaren in de gevangenis. Het jonge christelijke meisje Rimsha Masih, analfabeet en geestelijk gehandicapt, werd ook aangeklaagd wegens blasfemie. Hoewel tot nu toe geen enkele veroordeelde ter dood is gebracht, zijn er al vaak aangeklaagden door islamisten vermoord.
Alle minderheden in Pakistan lijden onder deze wet, niet alleen christenen. Een groot probleem is dat de blasfemiewet vaak misbruikt wordt om ordinaire burenruzies uit te vechten. Daarvan zijn in 90% van de gevallen juist de gematigde moslims het slachtoffer.
Aanslagen op christenen en kerkelijke gebouwen komen regelmatig voor in Pakistan. Twee jaar geleden werden bijna tweehonderd huizen in de christelijke wijk Joseph Colony in Lahore in brand gestoken door woedende moslims. In maart van dit jaar werd in de wijk Youhanabad, eveneens in Lahore, een aanslag gepleegd op een katholieke en protestantse kerk. Ook hooggeplaatste christelijke personen zijn hun leven zijn niet zeker. In maart 2011 werd de rooms-katholieke Shabhaz Bhatti vermoord. Hij was minister van minderheden en had zich uit gesproken tegen de Pakistaanse blasfemiewetten.