Twee jonge vrouwen in gesprek. De ene een religieuze zuster, de andere een jonge moeder. Stralend kijkt de vrouw naar haar dochtertje. Terwijl ze weinig reden tot lachen heeft. Het leven in het Pakistaanse Sindh is hard, vooral voor vrouwen. Slechte hygiënische omstandigheden en het ontbreken van onderwijs, schuldslavernij en geweld bepalen het leven. Wie hier opgroeit, kent vooral onvrijheid.
Misschien vermoedt de moeder, dat de woorden van zuster Farzana haar leven kunnen veranderen. Of minstens toch het leven van haar dochter. Met de zuster lijkt er ineens veel mogelijk. Zuster Farzana is een gekwalificeerde leerkracht. Ze schoolt de onderwijzers van de dorpsscholen, organiseert hulp voor de schoolkinderen en begeleidt de gezinnen in het dorp. Het is voor haar van belang om niet voor de mensen te werken, maar met de mensen.
“Eigenlijk wilde ik religieuze worden om een leven als een heilige te leiden”, zo beschrijft ze haar levensweg. “Hier heb ik het lijden van de mensen gezien en heb ik begrepen: mijn roeping als zuster is er te zijn voor de mensen, hen te helpen hun leven ter hand te nemen en voor menswaardige levensomstandigheden te strijden.”
De ontmoeting op de poster herinnert aan het Bijbelverhaal van de Samaritaanse vrouw bij de bron. In de ontmoeting met Jezus vindt de vrouw zichzelf, door de manier waarop hij haar waarneemt, naar haar luistert, haar tegemoet treedt in haar werkelijkheid. Deze ervaring heeft ook de jonge moeder: voor haar en voor allen die zijn boodschap horen, wordt Jezus tot bron die onverwoestbaar leven schenkt. Haar hoop komt voort uit de zekerheid dat Jezus de wereld overwonnen heeft en de dood niet het laatste woord heeft. Dit geloof geeft hoop op een door God gegeven toekomst voor alle mensen.
Foto: H. Schwarzbach