Tien miljoen Filippino’s werken in het buitenland. Meestal zijn het vrouwen die met hun loon als verpleegster, huishoudster of kindermeisje hun families thuis ondersteunen. De armoede en het gebrek aan banen dwingen de vrouwen werk in het buitenland te zoeken. Vaak moeten ze daar werken onder mensonwaardige omstandigheden en krijgen ze te maken met seksueel geweld.
Zuster Mary John Mananzan heeft in samenwerking met leiders van verschillende religieuze mannen- en vrouwenordes in de Filippijnen een beschermingsprogramma in het leven geroepen, dat slachtoffers van geweld, uitbuiting en vervolging helpt. Daartoe behoren financiële hulp om een nieuw bestaan op te bouwen, rechtsbijstand en het onderbrengen van bedreigde personen op een veilige plaats.
Zuster Mary heeft zelfs een eigen televisieshow waarin ze dit onder de aandacht brengt. Ze vertelt: “Een van de gevallen die ik in mijn uitzending besprak, betrof vrouwen uit Riyad. In de media heette dit geval ‘Sex for Flight’. Deze vier vrouwen werden door hun werkgevers verkracht. Ze konden ontkomen en vluchtten naar een politiebureau in Riyad. Daar werden ze door de politieagenten opnieuw verkracht. Toen werden ze naar het consulaat gebracht en zelfs daar zeiden de ambtenaren tegen de vrouwen: Jullie krijgen vliegtickets naar huis, maar jullie moeten wel ‘parttime werken’, wat betekende dat ze zich moesten prostitueren.
Ik ontmoette de vrouwen toevallig bij een persconferentie. Ze hebben nu geen baan meer, zijn verlaten door hun echtgenoot en hebben kinderen voor wie ze moeten zorgen en ze hebben geen geld”.
Foto: H. Schwarzbach