Pauline Jaricot bezit een groot organisatietalent en gaat collectes organiseren voor de missie volgens een eenvoudig principe: een gebed en een bescheiden maar regelmatige financiële bijdrage, de wekelijkse sou. Het had meteen veel succes. In 1819 gaat ze het structureren. Pauline zet basisgroepen van 10 leden op, ieder lid krijgt de opdracht een volgende groep van 10 te vormen; 10 groepen van 10 groeperen zich tot een groep van 100; en groepen van 100 hergroeperen zich om een groep van 1000 te vormen. Haar idee hierachter is dat door de autonomie van de groepen van 10 leden de eigen verantwoordelijkheid gestimuleerd wordt. Door de piramidevorm is het tevens een zeer efficiënte vorm van organisatie.
Genootschap tot Voortplanting van het Geloof
Op 3 mei 1822 wordt in Lyon het Genootschap tot Voortplanting van het Geloof opgericht. Hoewel Pauline Jaricot zelf niet bij de oprichting aanwezig is, worden wel haar ideeën en succesvolle initiatief van het wekelijkse gebed en de sou overgenomen. Ook de structuur van basisgroepen en de piramidevorm wordt officieel opgenomen. Een ander heel belangrijk aspect van het initiatief van Pauline Jaricot is het aspect van de wereldwijde missies. Het gaat het genootschap niet om een bepaalde nationale missie, maar om alle missies in de wereld.
“Wij zijn katholieken en moeten iets realiseren dat katholiek is, dat wil zeggen: universeel. Wij moeten niet deze of gene missie ondersteunen, maar alle missies van de wereld.”Voorzitter van de bijeenkomst op 3 mei 1822
Eveneens wordt besloten tot de uitgave van een blad: de Annalen van het Genootschap tot de Voortplanting van het Geloof.
Ook in Nederland sloeg het idee aan.